Zwem-ABC
De Tilburgse Watervrienden werkt volgens het programma van het Zwem-ABC. De doelstellingen die worden nagestreefd in de opleidingsweg en de eindtermen van het Zwem-ABC zijn zwemveiligheid en toerusting.
Van belang is dat dit voor de leerling op een plezierige manier gebeurt. Aan zwemveiligheid wordt in het waterland Nederland hoge eisen gesteld. Dit houdt niet in het "kunstje" van de schoolslag en/of enkelvoudige rugslag, maar met name het veilig en prettig om kunnen gaan met het water.
Goed kunnen zwemmen (voldoende zwemveilig zijn) is een noodzakelijke basisvoorwaarde om deel te kunnen nemen aan verschillende wateractiviteiten. Het "leren zwemmen" moet deze toerusting bieden om met z'n allen naar een golfslagbad te gaan met wildwaterbanen, stroomversnellingen, enz. Om "voldoende" zwemveilig en toegerust te zijn, moet men veel vaardigheden beheersen en daarom is gekozen voor de volgende basiselementen:
- te water gaan
- onder water
- drijven
- watertrappen
- draaien
- survival
- enkelvoudige rugslag
- schoolslag
- rugcrawl
- borstcrawl
- ademhaling
Omdat in het Zwem-ABC wordt gewerkt met een logische opbouw, geven wij vanaf de eerste les aandacht aan alle basiselementen. Voor de diploma's A, B en C zijn voor alle basiselementen eindtermen geformuleerd en bestaat het examenprogramma uit onderdelen waarin alle basiselementen worden getoetst. Er is dus sprake van oplopende zwemveiligheid en toerusting.
Bij A en B heeft de leerling al een bepaald niveau bereikt, maar hij of zij mist ook nog een deel.
Diploma A en B zijn stappen op weg naar voldoende zwemveiligheid en toerusting en deze doelstellingen worden bereikt bij het eindpunt, het C-diploma.
Door deze opzet is het bij de Tilburgse Watervrienden ook verplicht om eerst het A-diploma, dan het B-diploma en als laatste het C-diploma te halen. We raden iedereen aan om ook alle 3 de diploma's te halen.
Klik op een van de keuzes in het menu om meer informatie te zien over de afzonderlijke diploma's en de kledingeisen.